Ik studeer schilderen aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Brussel. De laatste tijd neig ik naar pastellandschappen. Bijna dromerige landschappen, van de orde van het mystieke. Mijn tekeningen zijn een voorwendsel om mijn Geliefde te ontmoeten, te praten en gevoelige ervaringen te delen. Poëtische taal is een integraal onderdeel van mijn denken. Het kan vorm krijgen in poëtisch schrijven als zodanig of het poëtisch schrijven van het beeld. De betekenis die in het beeld wordt ingeprent, is belangrijker dan de representatie ervan. Een representatie voorbij het dampige, levendige landschap… de analoge representatie van metafoor en symbool, bijvoorbeeld de analogie van de rivier. “Hij mat weer duizend el en liet mij door het water, gaan: het water kwam tot de heupen.” Ezechiël 47.
Ik wil graag een paar woorden met u delen als u dat wenst om zo te eindigen met dit vers dat mijn hart ontsteekt met een verslindend vuur. “Mijn hart brengt een goed woord voort; ik draag mijn gedichten voor over een koning. Mijn tong is een pen van een vaardige schrijver. U bent veel mooier dan de andere mensenkinderen; genade is op Uw lippen uitgegoten, daarom heeft God U voor eeuwig gezegend.” Psalmen 45:2-3